Wiskundemeisjes

Ionica & Jeanine
 
Slik Internetbureau Rotterdam Internetbureau Rotterdam



  • Laatste Reacties

Categorieën

Archief

Beste Ian McEwan... over cryptografie


In Column,Leestip, door Jeanine

Deze column verscheen afgelopen zaterdag in de Volkskrant.

Beste Ian McEwan,

Ik las zojuist uw nieuwste boek uit: Sweet Tooth (Suikertand). Net als uw hoofdpersoon Serena Frome studeerde ik wiskunde. En ik deel haar grootste hobby: lezen. Bovendien had ik op de achterflap gezien dat Serena een carrière begint bij MI5, de veiligheidsdienst van het Verenigd Koninkrijk. Ik verheugde me al op alle wiskunde die ze daar zou gebruiken om complotten en terroristen te ontmaskeren!

Maar dat laatste viel een beetje tegen. Serena blijkt eigenlijk niet zo’n goede wiskundige te zijn, daar kwam ze achter toen ze begin jaren ’70 in Cambridge ging studeren. Ze had ook liever Engels gestudeerd, maar daar stak haar feministisch ingestelde moeder een stokje voor. Tijdens haar studie krijgt Serena een affaire met professor Tony Canning, die haar voor hij plotsklaps verdwijnt een baan bij MI5 bezorgt. Serena raakt verstrikt in project “Sweet Tooth”. Ze moet een veelbelovende, jonge schrijver (die nogal veel van uw eigen jonge zelf weg schijnt te hebben!) zover krijgen dat hij financieel ondersteund wil worden door een stichting, in de hoop dat zijn anti-communistische schrijfsels de publieke opinie zullen gaan beïnvloeden.

Uit uw boek blijkt dat in die tijd bij MI5 de wiskunde niet zo hoog aangeschreven stond. Het lijkt zelfs zo te zijn dat klassieke talen, Engels of geschiedenis nuttiger waren als je bij MI5 werkte. En dat kan ik me nog wel voorstellen als het gaat om wereldpolitiek, maar de veiligheidsdienst heeft ook een zeer belangrijke andere kant: de cryptografie. Het ontcijferen van gecodeerde, onderschepte boodschappen, en het bedenken van systemen waarmee informatie veilig gecommuniceerd kan worden. Dat is nou juist een van de allerspannendste toepassingen die de wiskunde heeft!

Denk maar aan RSA, een cryptosysteem gebaseerd op priemgetallen (een priemgetal is een getal groter dan 1 dat alleen deelbaar is door zichzelf en door 1). RSA gebruikt een publieke sleutel, een getal dat bij iedereen bekend mag zijn. Dat getal is gemaakt door twee grote priemgetallen te vermenigvuldigen. Daarmee kun je op een slimme manier de boodschap vercijferen, maar ontcijferen lukt alleen als je die twee priemgetallen kent. En daar zit de crux: het is praktisch onmogelijk om een heel groot getal in priemfactoren te ontbinden. Ook voor een computer. Dat duurt veel en veel te lang. De enige die een boodschap wel kan ontcijferen, is degene die die grote priemgetallen kent: de maker van de sleutel.

Het RSA-systeem is in 1977 gepubliceerd door de beroemd geworden Rivest, Shamir en Adleman. Een soortgelijk algoritme was echter in 1973 al ontdekt door Clifford Cocks. Maar hij is nooit echt bekend geworden om zijn ontdekking, want die moest, jawel, geheim gehouden worden! Cocks werkte namelijk bij een Britse inlichtingendienst. En als je een heel veilig cryptosysteem ontwikkeld hebt, is het voordelig als je vijanden dat systeem niet kennen. Pas in 1997 kwam zijn systeem boven water, daarvóór was het topgeheim!

Misschien een leuk onderwerp voor uw volgende boek? Maar voor ik afsluit: ik heb ondanks mijn lichte teleurstelling erg genoten van uw verhaal. Een leestip voor alle stiekeme meelezers van deze niet-gecodeerde brief!

Met topgeheime groeten,
Jeanine