Dit bericht is geplaatst op zondag 20 mei 2007 om 12:00 in categorieën Leestip. Je kunt de reacties volgen via een RSS 2.0 feed. Je kunt een reactie plaatsen, of een trackback van je eigen site plaatsen.
Wiskundemeisjes
Ionica & Jeanine
(On)gecijferdheid
In Leestip, door wiskundemeisjes
Deze week viel bij de wiskundemeisjes een nieuw uitgekomen boekje op de mat. Het heet Gecijferdheid in beeld en is samengesteld door Kees Hoogland en Marja Meeder. In de inleiding vertellen ze wat gecijferdheid is: Gecijferdheid is het vermogen van een individu om zich zelfstandig en adequaat te redden in situaties waarin getallen, patronen en structuren een rol spelen.
Dit boekje laat door middel van een heleboel plaatjes zien hoe gevarieerd de situaties zijn waar gecijferdheid een rol speelt. Zo zien we productinformatie op een pak bami en een flesje spa blauw, een routeplanner, dienstregelingsborden op het station, een kalender, metrokaarten, maten van kleding en schoenen, de bouwpakketten van IKEA en de nummers waarmee iedereen te maken heeft: het burgerservicenummer, postcode, geboortedatum, telefoonnummer, enzovoorts. Ook staan er handige tabellen in om ordes van grootte inzichtelijk te maken, in aantallen mensen (in een gezin, op een school, inwoners van Londen, enzovoorts) en in bedragen. Ook leren we digitale maten inschatten: in 1 MB past bijvoorbeeld de tekst van een flinke roman, 1 minuut muziek of 6 seconden film!
Het boekje is uitgegeven door het onderwijsadviesbureau APS en het kost € 9,90. Hier kun je meer informatie vinden en het boekje bestellen.
Een ander boek over hetzelfde onderwerp is Innumeracy - Mathematical illiteracy and its consequences van John Allen Paulos. Het is in het Nederlands vertaald onder de titel Ongecijferdheid. Paulos geeft een heleboel voorbeelden van situaties waarin mensen verkeerde beslissingen namen of verkeerde conclusies trokken door hun ongecijferdheid. Hij begint met een aantal uitspraken die getuigen van een gebrek aan statistisch inzicht: "A million dollars, a billion, a trillion, whatever. It doesn't matter as long as we do something about the problem", en: "Jerry and I aren't going to Europe, what with all the terrorists."
Om het volgende voorbeeld moest ik erg lachen: "I'm always amazed and depressed when I encounter students who have no idea what the population of the United States is, or the approximate distance from coast to coast, or roughly what percentage of the world is Chinese. I sometimes ask them as an exercise to estimate how fast human hair grows in miles per hour, or approximately how many people die on earth each day, or how many cigarettes are smoked annually in this country. Despite some initial reluctance (one student maintained that hair just doesn't grow in miles per hour), they often improve their feeling for numbers dramatically."
Paulos relativeert het gevoel van toeval dat je kunt krijgen als je een vreemde tegenkomt uit de andere kant van het land die een kennis gemeenschappelijk met je heeft: die kans is heel groot, ook in de VS. Hij bespreekt ook het geval van een tasjesdievegge in 1964 in Los Angeles. Een vrouw met blond haar en een paardenstaart stal de tas van een andere vrouw. Ze vluchtte te voet, maar werd later gezien in een gele auto, die bestuurd werd door een donkere man met een baard en een snor. Vervolgens vond de politie een man en een vrouw die aan dit signalement voldeden en die elkaar kenden.
Er was geen enkele andere aanwijzing dat dit koppel ook maar iets te maken had met de diefstal, maar toch werden ze door een jury veroordeeld: de kans dat zo'n koppel bestaat was zó klein dat de politie wel de juiste mensen te pakken moest hebben. In het hoger beroep werd dit vonnis echter verworpen op grond van een ander kansrekeningargument: gegeven dat zo'n koppel bestaat, dan is de kans in een grote stad als Los Angeles dat er nog zo'n koppel bestaat ongeveer 8%. Die kans werd groot genoeg geacht om te twijfelen aan de schuld van de verdachten en ze werden vrijgesproken. Paulos vergelijkt deze situatie met het delen van kaarten bij Bridge. De kans dat je een bepaalde hand van 13 kaarten krijgt, is minder dan 1 op de 6 × 1014. Toch zul je als je een hand krijgt nooit uitroepen: "O, deze hand is zó onwaarschijnlijk, die kan ik niet gekregen hebben!"
Als je meer gevoel wilt krijgen voor getallen, kansen en statistiek in het dagelijks leven en in krantenberichten is Innumeracy een echte aanrader.
(Jeanine)