Wiskundemeisjes
Archief voor categorie 'Geschiedenis'
Op 18 maart 1690 werd de wiskundige Christian Goldbach (1690 - 1764) geboren in Königsberg (toen in Pruisen, nu heet het Kaliningrad en ligt het in Rusland).
Hij werkte vooral in de getaltheorie en wisselde brieven met de veel beroemdere wiskundige duizendpoot Euler (1707 - 1783). In een van die brieven uit 1742 formuleerde Goldbach een vermoeden dat neerkomt op de volgende bewering: ieder even getal groter dan twee is de som van twee priemgetallen. (Een priemgetal is een getal groter dan 1 dat geen andere delers heeft dan zichzelf en 1.)
Deze bewering klinkt eenvoudig, maar toch is het nog nooit iemand gelukt om dit vermoeden te bewijzen. Je kunt natuurlijk proberen om alle even getallen om de beurt als som van twee priemgetallen te schrijven, maar er blijven er dan altijd oneindig veel over waarvoor je het niet gecontroleerd hebt. En een algemeen bewijs voor alle even getallen is er dus nog niet.
Leestip: Oom Petros en het vermoeden van Goldbach van Apostolis Doxiadis; een aansprekende roman over een oom die het zwarte schaap van de familie is, omdat hij zijn leven heeft verkwanseld in een poging het vermoeden van Goldbach te bewijzen. Een verhaal waaruit duidelijk blijkt hoe fascinerend, maar ook hoe frustrerend een onopgelost probleem kan zijn! Voor een euro of zes te koop bij De Slegte.
(Jeanine)
Na weken van fotoshoots, sponsors regelen en klussen met de lay-out is het dan zo ver: de wiskundemeisjes weblog gaat vandaag van start!
Vandaag is het π-dag (pi-dag), want in de Amerikaanse notatie wordt 14 maart geschreven als 3/14 en π begint met 3.14... gevolgd door nog een heleboel decimalen (oneindig veel om precies te zijn). π is gedefinieerd als de verhouding tussen de omtrek van een cirkel en zijn diameter. Voor elke cirkel komt daar hetzelfde getal uit.
Dit jaar bestaat het pi-teken precies 300 jaar (maar ik vermoed niet dat er een feestje wordt georganiseerd). In 1706 gebruikte William Jones als eerste dit symbool. Hij had een formule bedacht om pi te benaderen en schreef op π = 3.14159. In 1737 nam de bekende wiskundige Euler het symbool π over, waardoor het algemeen gebruikt werd. Er is gekozen voor de Griekse letter π, omdat die in het Griekse alfabet de p is en het Engelse woord voor omtrek perimeter is.
De verhouding waar π voor staat was al veel langer bekend dan het symbool. Bij het verdelen van land of het bakken van taarten was het handig om de waarde van deze constante ongeveer te kennen. Rond 2000 voor Christus hadden de Egyptenaren al ontdekt dat π iets groter was dan drie. Archimedes vond 200 voor Christus een heel goede schatting, hij rekende uit dat π ergens tussen 3.140845 en 3.142857 moest liggen. Inmiddels zijn er 1.241.100.000.000 decimalen van pi berekend. Voor de meeste berekeningen heb je aan een stuk of tien cijfers achter de komma al ruim voldoende. Op mijn mooie ThinkGeek-shirt staan 4493 decimalen. Dat is maar goed ook, want ik kom zelf uit mijn hoofd nooit verder dan 3.14 en nog wat.
Op internet is ontzettend veel te vinden over pi. Filmmakers, schrijvers en spirituele goeroes dichten dit getal allerlei fantastische dingen toe. Vorige jaar heb ik met Giel van Kennislink een stukje geschreven over de zin en onzin hiervan: De Pi-code. Onderaan het stuk staan links voor wie meer wil lezen.
(Ionica)