Dit bericht is geplaatst op zaterdag 27 oktober 2007 om 11:00 in categorieën Algemeen, Leestip, Onderwijs. Je kunt de reacties volgen via een RSS 2.0 feed. Je kunt een reactie plaatsen, of een trackback van je eigen site plaatsen.
Wiskundemeisjes
Ionica & Jeanine
Ik begreep er niets van - het leek wel algebra
In Algemeen,Leestip,Onderwijs, door Jeanine
Eerder dit jaar studeerde Aldine Aaten af in de wiskunde in Leiden. Haar afstudeerrichting is communicatie en educatie. Ze schreef een erg interessante scriptie over de vraag hoe wiskundestudenten hun vak en hun studie ervaren: Ik begreep er niets van - het leek wel algebra. Daar was nog maar weinig onderzoek naar gedaan. Aldine interviewde wiskundestudenten uit Leiden en ze heeft vragenlijsten gemaakt die zijn ingevuld door wiskundestudenten van de Universiteit Leiden, de TU Delft en de UvA.
Ze koos dit onderwerp op grond van haar eigen ervaringen als wiskundestudent. De buitenwereld denkt meestal: "Wat knap, dat jij wiskunde kan!" Maar wat "wiskunde kunnen" betekent, is niet zo duidelijk. Betekent dat dat alle wiskundestudenten zonder problemen hun studie doorlopen? Nee. Betekent het dat wiskundestudenten wiskunde nooit moeilijk vinden? Ook niet. Zoals een van de geïnterviewde studenten opmerkt: je kan wiskunde zo moeilijk maken als je wil. En veel studenten blijken juist de uitdaging te waarderen. Wiskundestudenten gaan wel op een constructieve manier om met de negatieve gevoelens die ze ervaren tijdens het doen van wiskunde.
Aldine heeft onderzocht hoe wiskundestudenten omgaan met de stof, maar ook hoe ze omgaan met tegenslagen in hun studie, zoals de stof niet begrijpen of een onvoldoende halen. Er is onderscheid gemaakt tussen de volgende groepen: man/vrouw, bachelor-/masterstudenten en studenten die van zichzelf zeggen dat ze ondergemiddeld, gemiddeld of bovengemiddeld goed zijn in wiskunde.
De resultaten zijn opmerkelijk. Mannelijke wiskundestudenten worden minder vaak belemmerd door tegenslagen in hun studie, doordat ze zich minder zorgen maken en minder negatieve emoties hebben. Vrouwelijke wiskundestudenten raken sneller van slag als iets niet lukt. Maar uit de vragenlijsten blijkt dat er geen verschil is in hoe vaak mannen en vrouwen een tegenslag als het niet begrijpen van een college hebben.
Bachelorstudenten denken dat het hebben van talent belangrijker is dan doorzetten en discipline, in tegenstelling tot masterstudenten. Masterstudenten studeren harder, vinden het normaler wanneer ze de stof niet begrijpen, maar zijn minder geneigd hulp in te roepen.
Studenten die zichzelf bovengemiddeld goed vinden in wiskunde gebruiken meer verschillende studiestrategieën. Als ze de stof niet begrijpen raken ze wel geïrriteerd, maar ook uitgedaagd, terwijl studenten die zichzelf ondergemiddeld goed vinden zich dan dom en/of moedeloos voelen. Anders dan Aldine verwachtte, besteden wiskundestudenten die zichzelf ondergemiddeld goed in wiskunde vinden niet meer tijd aan hun studie.
Wat ook opvalt is dat de studenten het erg belangrijk vinden om met anderen samen te werken. Samenwerken is prettig, maar ook nuttig om de stof beter te begrijpen. Zoals een student opmerkt: Ik had geaccepteerd dat ik het huiswerk niet kon maken, maar dat is uiteindelijk niet goed, want je moet het toch kunnen. Later heb ik het aan een medestudent gevraagd. Het was nog wel lastig, maar we kwamen wel wat verder. Dat voelde best goed. Dat ik het huiswerk niet helemaal alleen gedaan had vond ik niet erg, ik vond het juist fijn om met iemand samen te werken. En samenwerken blijkt ook gestimuleerd te worden: Sommige docenten zeggen: "Maak met z'n tweeën of in een groepje huiswerk en schrijf het vervolgens zelf nog een keer op. Zorg dán dat je het snapt."
Aldine sluit af met een aantal aanbevelingen aan de opleidingen, bijvoorbeeld:
Gezien de effecten van gevoelens en gedachten op het functioneren van wiskundestudenten moet hier meer aandacht aan besteed worden. Dit kan bijvoorbeeld door duidelijk te maken aan studenten, met name eerstejaars, dat het niet raar is als de stof te snel gaat of de opgaven niet lukken en studenten de gelegenheid te geven vragen te stellen, waardoor de negatieve emotie voorkomen wordt.
De scriptie is de moeite waard om door te lezen, zeker als je wiskunde studeert of veel met wiskundestudenten te maken hebt.