Drie kevertjes kruipen over het \(\)-vlak. Er kruipt steeds één kevertje tegelijk en deze kruipt in een richting parallel aan de verbindingslijn van de andere twee kevertjes. De kevertjes bevinden zich in het begin in de punten \(\), \(\) en \(\). Is het mogelijk dat ze ooit in de punten \(\), \(\) en \(\) uitkomen?
]]>Als \(\) dus juist geen geheel getal is (dat is in geval \(\) even is), kunnen de spreeuwen dus nooit allemaal in dezelfde boom terecht komen. Als \(\) echter wel een geheel getal is (dat is in geval \(\) oneven is), is de enige boom waar ze eventueel in terecht zouden kunnen komen boom
\(\). Een eenvoudig vliegschema toont aan dat de spreeuwen ook daadwerkelijk allemaal in deze middelste boom terecht kunnen komen: laat steeds de buitenste twee spreeuwen tegelijk naar deze middelste boom vliegen.
De meest linkse spreeuw gaat naar de eindbestemming, de meest rechtse spreeuw vliegt naar links. Iedere stap neemt de som van de absolute verschillen met de gemiddelde positie af. Dit algoritme eindigt alleen als je op het laatst niet met alle spreeuwen in de eindboom zit met een er links van. En dat kan niet want dan is het gemiddelde niet geheeltallig (de overige spreeuwen zitten namelijk in de eindboom).